Helikopterzicht over Antwerpen

Een landschapstekening van de kunsten

Het Antwerps Kunsten Overleg (AKO) nam in april 2015 het initiatief om, in de aanloop naar de kunstenplanperiode 2017-2021, een landschapstekening van de kunsten in Antwerpen te maken. 

Daartoe werd eerst aan 117 Antwerpse cultuurorganisaties gevraagd een matrix in te vullen, zodat er een helikopterzicht kon gevormd worden van de kunstenpraktijk in Antwerpen, zowel in cijfers, in samenwerkingsverbanden als in ‘functie’-intenties van de kunstensubsidieaanvragers. De schets bevat ook een charter voor de toekomst. De tekst wordt ondersteund door Antwerps schepen van cultuur Philip Heylen. De landschapstekening en het charter werden ondertekend door de 53 leden van het Antwerps Kunsten Overleg.

 

Het charter wordt kernachtig samengevat in tien punten:

1. Kunstenaars, kunstenorganisaties en kunstinstellingen zien de taak om de kunsten deel te laten uitmaken van de hele samenleving als een belangrijke uitdaging. Onze grootste maatschappelijke uitdaging voor de komende vijf jaar is meer groepen deel te laten uitmaken van de kunstpraktijk en met name meer mensen van etnische origine, meer mensen in armoede, meer mensen die kortgeschoold zijn en meer jongeren. We gebruiken elk op onze manier onze eigen kracht daarvoor: we thematiseren de problemen, we passen onze werking en/of communicatie aan, we sluiten nieuwe allianties en/of zoeken minder voor de hand liggende plekken op. We zetten in op een grotere impact, we vernieuwen het Bildungsideaal en we verheugen ons op de ontsluiting van veel nieuw artistiek potentieel. 

2. We koesteren de biodiversiteit en variëteit van het Antwerpse kunstenlandschap. Daarom werken we samen met elkaar of vullen we elkaar aan; tegelijk vinden we het net een teken van duurzaamheid en dynamiek wanneer we elk apart uitgedaagd worden het net iets anders en beter te doen dan onze collega’s.

3. Het eindpunt van de Antwerpse kunsten ligt in de wereld. Antwerpen is voor de kunstenaars en hun organisaties niet het eindpunt: het is ook het beginpunt van een (inter)nationale blik en werking, voor iedereen, steeds meer. Zowel de media als de politiek (in al haar beleidsdomeinen) spelen daarin een cruciale rol.

4. We dragen een duurzaam (kunsten)beleid uit, in woorden en daden. We willen de (vaak trage) transitie naar een duurzamer samenleving daadwerkelijk blijven voltrekken door in onze eigen werking het voortouw te nemen en het voorbeeld te geven.

5. Ontwikkelingswerk in de kunsten, dat is het ‘onzichtbare’ zichtbaar maken. Wij voelen onze inspanningen voor het krachtige basis wroetwerk dat ontwikkeling met zich meebrengt, onvoldoende gewaardeerd in het stedelijk kunstenbeleid en zijn bereid sterker te investeren in de ‘onzichtbare’ zichtbaarheid ervan.

6. Onderspreiding en presentatie aanpakken is een gedeelde verantwoordelijkheid. We willen dat er meer kunst getoond kan worden. We zijn daar zelf creatief in, bijvoorbeeld met nieuwe presentatievormen, maar we roepen ook actoren buiten het kunstendecreet, zoals de cultuurcentra, de scholen en de media, op om met ons partners te zijn in de kunsten.

7. Bijzondere aandacht behoeft de snel groeiende groep kinderen en jongeren. We engageren ons om binnen de sector op een creatieve manier aan capaciteitsuitbreiding te doen om de snelgroeiende groep kinderen en jongeren mee te nemen in het beste dat kunst en cultuur voor een samenleving en haar leden kan betekenen.

8. De aansluiting van de grote kunstinstellingen bij het stedelijke kunstenveld moet beter. De grote kunstinstellingen zijn nu al steeds minder eilanden van macht en middelen in het kunstenveld: die openheid moet veralgemeend en bevorderd worden, zeker met de genoemde uitdagingen voor ogen.

9. Ontwikkeling in de kunsten hangt ook af van de opleidingen. We zijn gebaat met (nog) meer afstemming met de kunsthogescholen, zeker nu ontwikkeling benoemd is als een specifieke functie in het kunstendecreet. Besparen in het kunstonderwijs is net zo erg als besparen in het kunstenveld.

10. Goede en onderhouden infrastructuur zijn cruciaal. Sterke kunstenaars en een goed artistiek klimaat zijn de basis van ons werk; werkingssubsidies zijn daartoe een belangrijk middel, net als andere vormen van financiering. Kunnen beschikken over een goede en onderhouden infrastructuur is dat ook.

 

De volledige tekst Landschapstekening van de kunsten in Antwerpen kan u hier vinden