Knaus

“KNAUS moest een voorstelling worden van en voor veel mensen, geen brave boekbewerking”

 

De autobiografische romancyclus Min Kamp van Karl Ove Knausgard kent een overweldigend succes. Mensen van over heel de wereld herkennen zich in de Noorse vijftiger. Hoe dat kan bij een ontzettend persoonlijk genre als de autobiografie? ‘Goede vraag’, en dat zijn ook precies de twee woorden waarmee Valentijn Dhaenens en Alexia Leysen hun existentiële zoektocht starten in KNAUS.
— Annelies Hart

In 3500 pagina’s, verdeeld over zes boeken, pent de Noorse schrijver zijn leven en dat van zijn naasten neer. Er zijn geen onderwerpen die hij onbeschreven laat, zelfs een toiletbezoek verdient twee pagina’s. Ondanks de dikte van de boeken, worden ze gretig gelezen. “Het fascineerde me dat zoveel mensen een autobiografie lazen, zeker van die omvang”, legt Alexia Leysen, de regisseur van KNAUS, uit. “Knausgard is zowat de grootste literaire rockster van het voorbije decennium, een sombere mascotte van de hedendaagse mens. Zoveel mensen herkennen zich in iets van hem. Vanuit die fascinatie ben ik vertrokken. Ik wilde eerst en vooral weten: wat herken ik daarin?”

“Ik vind het verrassend dat Alexia zo’n band heeft met Knausgard”, vertelt Valentijn Dhaenens, die KNAUS vertolkt. “Wat heeft een jonge vrouw met deze seksistische vijftigplusser? Een man die zijn vrouw de vernietiging in schrijft en zich in zijn mannelijkheid gekrenkt voelt als hij met een baby moet rondlopen. Behalve dat seksistische gegeven leunt zijn leven dicht aan bij dat van mij. Het is een man met jonge kinderen, die ondanks het ouderschap en de huishoudelijke taken toch creatief probeert te zijn. De parallellen intrigeren mij.”

Op het randje

De manier van schrijven die Knausgard hanteert, is nieuw, uiterst individueel en heel specifiek. Hij weet alle facetten van zijn leven te bespreken zonder dat het saai wordt, wat doorgaans een struikelblok is voor veel autobiografen. “Toch ben ik geen fan van Knausgard”, bekent Valentijn. “Maar hij heeft de autobiografie heruitgevonden en dat trekt mij aan. Nog nooit heb ik iemand weten schrijven op zo’n realistische manier.” 

“Volgens mij gaat het om de juiste afstand vinden, zodat banale zaken plots interessant en intrigerend worden: niet te dicht op de feiten zitten, maar ook niet te veraf. Op dat smalle randje heeft hij heel de cyclus geschreven. Al snel kwamen Alexia en ik tot de conclusie dat we die manier van schrijven niet als een verhaaltje mochten brengen, maar dat we eigen levenservaringen mee in de strijd moesten gooien.”

“Het verhaal moest losgetrokken worden uit de nauwe context van de schrijver”, vervolgt Alexia. “We hebben gespeeld met de verschillende lagen tussen Knausgard en Valentijn, tussen schrijver en acteur. Daarnaast heb ik in mijn vooronderzoek via de fotoreeks THE KNAUSGARD/HASSELBLAD SERIES, met een grote waaier mensen gesproken die Knausgard gelezen hadden, of ze er nu van hielden of niet. Elk van hen koos een fragment dat hen geraakt had en legde uit waarom. Al die verschillende invalshoeken gingen achteraf mee in het schrijfproces. Het moest een voorstelling worden van en voor veel mensen, en geen brave boekbewerking.”

Andermans drama

KNAUS begint vanuit iemand die de nood voelt om zijn verhaal te vertellen. Maar zoals in Knausgards boeken, deel je door je eigen verhaal te vertellen ook het verhaal van de mensen rondom je, die daar niet voor gekozen hebben. Mag hij zijn verhaal dan wel vertellen? “De stukken over mij zitten mooi verstopt, dus voor het publiek is het niet altijd duidelijk wat van wie komt”, vertelt Valentijn. “Natuurlijk besefte ik dat mijn familie het verschil wel zou merken, maar daar was ik tijdens het schrijfproces niet mee bezig. 

“Je gooit op dat moment met zoveel ideeën, waarvan amper zeventig procent daadwerkelijk in de voorstelling komt. Als ik mij toen had voorgesteld dat mijn zus en moeder in de zaal zouden zitten terwijl ik over mijn vader vertelde, dan had ik dat onderwerp waarschijnlijk niet aangebracht.” 

“Mijn zus en ik hebben onze vader niet meer gezien sinds we respectievelijk zes en tien jaar oud waren”, vervolgt Valentijn. “We hebben er beiden slechte herinneringen aan, maar herinneren ons de situatie op een andere manier. Daar kwam ik pas achter toen ze naar de voorstelling kwam kijken. Dat was moeilijk, want zo zie je maar dat iedereen inderdaad zijn eigen waarheid heeft. Het was ook niet het plan om iets te doen met het verhaal van mijn vader, maar het is erin geslopen. Ik zit nu in een fase van mijn leven waarin ik er wel eens over nadenk om de strijdbijl te begraven en hem op te zoeken voor hij sterft.”

“Door de levens van Knausgard en Valentijn te verweven, wordt het op meerdere niveaus herkenbaar”, legt Alexia uit. “Het zou maar een slappe soap worden als we enkel andermans drama zouden vertellen. Er zit veel persoonlijke inbreng van Valentijn in het stuk, en dat maakt het voor hem ook kwetsbaar om te spelen. Soms vergeet ik even dat bepaalde delen echt zijn voor hem, maar eens ik het me weer realiseer, komt de voorstelling nog harder binnen. Voor Valentijn staat er echt iets op het spel.”

Wie ben ik?

De verteller van KNAUS gaat in de monoloog op zoek naar wie hij is, of hij zichzelf mag zijn, of hij zijn verhaal mag delen en wat zijn plek is in deze wereld. Door de huidige situatie met de coronaquarantaine worden we gedwongen om te onthaasten, en is er dus veel meer ruimte voor zelfreflectie. Al die existentiële vragen houden dus alsmaar meer mensen in de ban. “Het is in eender welke tijd gunstig om aan zelfreflectie te doen”, getuigt Alexia. “Maar nu is het nog belangrijker om jezelf af te vragen waar je waarde aan hecht in het leven, en dat is het verhaal van KNAUS. Draait het leven vooral om jou, om het samenleven met de mensen rondom je, of om de wereld waarop je leeft?"

“In deze tijd en maatschappij geldt voor velen dat God dood is en de hemel leeg”, aldus Alexia. “Dan moet je zelf betekenis gaan zoeken in het leven. Wat is er echt belangrijk? Mensen zoeken de laatste twee decennia, naar mijn gevoel, steeds acuter waardering voor hun kleine bestaan. Wie ben ik op deze aardbol? Dat is de kwetsbare zoektocht die wij, samen met het publiek, aangaan in de monoloog.” 

Meer weten over de voorstelling? Ontdek alles over Knaus hier.