Houdt Bart De Wever van moderne kunst?

Hoe moet het met kunst en cultuur in Antwerpen wanneer Bart De Wever burgemeester wordt? Het partijprogramma van N-VA leert ons niet veel en de uitlatingen van De Wever zijn ook niet van die aard om ons meer inzicht te geven. Een enkele keer echter liet hij toch het achterste van z’n tong zien, zoals in een column in De Standaard, nu ongeveer een jaar geleden.

Kunst volgens Bart De Wever

Bart De Wever heeft geen hoge pet op van moderne kunst. In een column in De Standaard (8/11/2011) beschrijft hij moderne  kunst als kunst die choqueert, kunst die onbegrijpelijk is, kunst die alleen een kleine groep van ingewijden aanspreekt, kunst waarvan de gewone man niet eens meer weet dat het kunst is! Dat is niet altijd zo geweest, vindt hij. Bart De Wever  roept een nostalgisch beeld op van de negentiende eeuw, toen kunst, individu en gemeenschap nog in elkaars verlengde lagen en kunstenaars zich nog plaatsten in een eeuwenlange traditie. Nog afgezien van de vraag of dat toen ook werkelijk zo eenvoudig was, is het zonder meer duidelijk dat we niet langer in de negentiende, maar aan het begin van de eenentwintigste eeuw leven. Onze wereld is niet langer de wereld waarover Balzac of Charles Dickens in hun romans schreven, maar de wereld die in de romans van Murakami en Paul Auster gestalte krijgt.

Iedere tijd gaat op zoek naar zijn eigen specifieke creativiteit, naar zijn eigen artistieke expressie. En die tijd en die expressie veranderen dus voortdurend, hoeveel bewondering we ook hebben voor wat in het verleden aan kunst is voortgebracht. Zo is het moderne individu  niet langer het negentiende-eeuwse burgerlijke individu, maar het inmiddels vernetwerkte  individu. De gemeenschap is al lang niet meer de nationale gemeenschap, maar een hybride, multiculturele, multi-etnische en multireligieuze gemeenschap. Iedere politieke en economische crisis leert ons dat nationalisme als antwoord niet langer meer voldoet. De grote problemen overschrijden de landsgrenzen en kunnen alleen in internationaal verband ernstig aangepakt worden. De wereld is geglobaliseerd, vernetwerkt: alles hangt met alles samen. Niets bestaat wat niet iets anders aanraakt, om het met een poëtische  zin van Jeroen Brouwers te zeggen. En ook de hedendaagse kunst valt al lang niet meer samen met wat ooit de avant-garde werd genoemd.  Kunstenaars beroepen zich nauwelijks nog  op de strategie van de schok of van de provocatie.  En al evenmin trekken ze zich terug in hun ivoren torens. Integendeel zelfs. Meer dan ooit zoeken kunstenaars naar nieuwe manieren om met hun publiek te communiceren, gebruikmakend van zowel de openbare ruimte als van de nieuwste media en technologieën. Sommige kunstenaars blijven zweren bij de autonomie van het kunstwerk,  terwijl anderen de wijken intrekken en hun werk opladen met de daar aanwezige sociale en culturele energieën. Veel artistieke projecten hebben een socialiserend en een solidariserend karakter. Kunstenaars zijn zich scherp bewust van de complexiteit en de kwetsbaarheid van de wereld waarin ze werken.  Meer dan ooit worden maatschappelijke discussies gevoerd in theaters en schouwburgen. Ook het ecologische bewustzijn is niet aan de kunstensector voorbijgegaan. De discussie over de plek en de functie van de kunsten wordt nergens zo scherp gevoerd als binnen de kunstenwereld zelf. Kunstenaars staan met beide voeten op de grond en midden in de wereld.

Bart De Wever heeft een zeer reducerend beeld van wat moderne kunst is en zijn negentiende-eeuwse alternatief heeft al helemaal geen levensvatbaarheid meer. Wat er onder de term ‘hedendaagse kunst’ valt is veel rijker, veel uitdagender en veel fascinerender. Een samenleving heeft er alle belang bij om die rijkdom niet verloren te laten gaan. Naast de wetenschappen zijn de kunsten immers de belangrijkste laboratoria en experimenteerruimtes die onze samenleving heeft.

(ej)